De Excel formule ALS gebruiken
De Excel Formule ALS kun je gebruiken om afhankelijk van een bepaalde voorwaarde antwoord A of antwoord B als waarde in een cel te tonen. Een simpel voorbeeld waarin de inhoud van twee cellen met elkaar wordt vergeleken:
type in A1 de formule =ALS(a2=a3;"deze waarden zijn gelijk";"deze waarden zijn ongelijk")
zolang er nog niets in cellen A2 en A3 staat is de voorwaarde "waar" en staat er "deze waarden zijn gelijk" in cel A1
Als er in cel A2 een waarde of tekst wordt getypt is cel A2 niet meer gelijk aan A3 en wordt de uitkomst van de Als-formule in cel A1 de tweede genoemde optie, dus "deze waarden zijn niet gelijk"
voorbeeld Excel formule ALS met getallen
type dit in cel B1
=ALS(a1<0;"negatief";"positief")
type in A1 het getal -1 resultaat van de ALS-formule in B1 is dan "negatief" als er een getal 0 of groter in A1 wordt getypt wordt het antwoord "positief" getoond
of typ in A1 en A2 een getal.
type in A3 het woord "optellen"
in A4 komt de Excel formule met ALS:
=ALS(A3="optellen";A1+A2;"er wordt geen berekening uitgevoerd")
twee ALS-functies genesteld in één formule
Door twee keer de formule ALS te gebruiken kan er ook op twee voorwaarden getest worden.
Breid de formule in A4 uit door:
=ALS(A3="optellen";A1+A2;ALS(A3="aftrekken";A1-A2;" ;"Er wordt geen berekening uitgevoerd")
De tweede ALS-functie wordt uitgevoerd als de eerst onwaar is.